kust

kust

De gesprekken (I)

 Confucius, De gesprekken (I)









Confucius, De gesprekken – Gevolgd door Het leven van Confucius door Sima Qian (ca. 145-86 v.Chr.) Vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper, uitgeverij atlas contact, mei 2014.


Citaat blz. 51, klik op de afbeelding voor een vergroting.
Wordt vervolgd.

Kromme Rade en Oppad


Met regelmaat zet ik mijn fiets tegen het bruggetje 
op de ’s-Gravelandsevaartweg en loop de Kromme Rade op. 
Schuur aan De Kromme Rade

Het is een mooi, oud kerkpad op een lage dijk, dat net buiten Hilversum begint en eindigt op de grens Oud-Loosdrecht – Kortenhoef. Het kan hier behoorlijk zompig zijn. Dempende hardloopschoenen zijn niet nodig, de bodem veert mee. Aan weerzijden veel weggestoken veen, dus water. Véél water en ook vlinders, watervogels, weilanden, moerasgebieden en trilvenen waar je niet te lang op één plek moet stilstaan en waar je eigenlijk ook niet mag komen. Maar ja, over hekken, via plankjes over sloten en slootjes, kom je een heel eind.                                                                                                          
                                                                                                             
Het pad vormt de grens tussen de Kortenhoefse Plassen rechts (komend van Hilversum), waar de gebiedjes namen hebben als De Suikerpot en Het Hol, en het Loosdrechtse plassengebied links. Aan die kant duik je zo de Vuntusplas in. Oorspronkelijk was de dijk de grens tussen Noord-Holland en Utrecht, maar inmiddels ligt hij helemaal in N-H.
Roeibootvijver en kano, Kromme Rade
                                                                                                                                                               Aan het eind rechtsaf het Moleneind op, de Kortenhoefse kant. Ook een dijk, maar wel geasfalteerd en toegankelijk voor het verkeer. Toch vind ik het hier prettig lopen. Het is groen en ruimtelijk, huizen met ophaalbruggen en rietdaken. Aan het eind de drukke Vreelandseweg over en rechtdoor de Kortenhoefse dijk op, ook een doorgaande weg. Maar al vrij snel kun je rechts het smalle bruggetje over dat naar het Oppad voert. 
Weer een oud kerkpad, tussen ‘s-Graveland en Kortenhoef ditmaal. Mensen liepen vroeger wat af om naar de kerk te gaan. Dit pad is bij regenachtig weer – en lang daarna – nog zompiger dan de Kromme Rade. Het is ook smaller, kronkeliger en de kanten zijn dichter begroeid met bomen en bossages. Het laatste stuk richting ’s-Graveland loopt het pad door de weilanden. Aan het eind rechtsaf, de brug en vervolgens weer de Vreelandseweg over. Nog een stukje rechtdoor tot aan het bruggetje en mijn fiets, een mooie rechthoek van zo'n 9 km.


Je kunt de route hier downloaden:

De bandbreedte van het 'ik'


De bandbreedte van het 'ik'
Laatst lag ik ’s nachts enkele uren in een halfslaap. Zo’n tussenstaat waarin je niet wakker bent, niet slaapt, maar wel heel helder bent en heldere gedachten hebt. Er zijn gedachten en tege-lijkertijd is er afstand tot de gedachten, zodat je je er niet mee vereen-zelvigd. Zo ervaar ik die halfslaap in ieder geval.



Deze keer kwamen de woorden de bandbreedte van het ik tijdens die halfslaap omhoog. En bij de woorden ook het beeld van een schroefring (zie foto). Ik legde aan mezelf uit – al had ik het idee dat ik degene was die onderricht kreeg – wat de speelruimte van een mens is wanneer hij/zij vasthoudt aan het geheel van herinneringen in zijn opslagbewustzijn en de voor- en afkeur, (voor)oordelen, neigingen, reacties en handelingen die hierop gebaseerd zijn. Kortom: op dat wat tezamen ons ‘ik’ vormt.
Er is dan redelijk wat speling vanaf het lege midden naar de buitenste rand. Hierdoor kun je in zekere mate spreken van verandering: je gedachten, gevoelens, houding en ideeën omtrent zaken, anderen en jezelf veranderen in de loop der tijd. Maar zolang de bandbreedte niet verlaten wordt, speelt dit alles zich af binnen de grenzen van het ik dat gevormd en bepaald wordt door die herinneringen. Veranderingen gaan op- en neer, maar de ronddraaiende beweging, de herhaling die zo nu en dan een haarbreedte afwijkt, overheerst.

De echte bevrijding, aldus mijn halfslaaples, komt wanneer je de identificatie met de bandbreedte opgeeft en beseft dat je ook het lege midden bent, het centrum waar de bandbreedte omheen draait maar dat zelf onbeweeglijk is. En als je dit beseft, kun je ook beseffen dat je tevens de ruimte om de bandbreedte heen bent. Dit is namelijk dezelfde ruimte als die van het lege midden. Je bent dus slechts een bandbreedte aan ik, omgeven door lege ruimte. En niet een vaste, onveranderlijke kern die zich moet zien te handhaven ten opzichte van zijn omgeving en alle andere vaste kernen die zich daarin bevinden. Het tweede voelt vaak als een strijd, het eerste meer als spel.
Die bandbreedte is onze manifestatie, hierdoor krijgen denken, voelen, handelen een persoonlijke kleur. Maar dat zijn we niet alleen. We zijn beide: lege ruimte en bandbreedte. Als je dit werkelijk beseft, valt zelfs het onderscheid tussen lege ruimte en bandbreedte weg.

Wanneer iemand de bandbreedte van het ik als benauwend ervaart, komt dit waarschijnlijk doordat hij zich identificeert met de bandbreedte – waar hij door die identificatie niet vanaf kan. Vaak durven wij ons niet toe te vertrouwen aan het lege midden (hier is geen houvast!), of beseffen we niet dat dit lege midden het centrum is waaromheen we bestaan. Wie beseft dat hij ook het lege midden is, ervaart ruimte, mogelijkheden en kan vrijuit ademen. Hij beseft dat hij de bandbreedte ook is, maar identificeert zich er niet mee. En vaak ook wel. Dat gaat heen en weer. Maar wie weet heeft van het lege midden, kan er steeds weer naar terug.

De halfslaap kan (al is het maar even) heel verhelderend zijn.

De gesprekken

Confucius, De gesprekken 








Confucius, De gesprekken – Gevolgd door Het leven van Confucius door Sima Qian (ca. 145-86 v.Chr.) Vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper, uitgeverij atlas contact, mei 2014.


Citaat blz. 25, klik op de afbeelding voor een vergroting.

Confucius (551-479 v.Chr.) is de grondlegger van de humanistische filosofie die de Chinese beschaving duurzaam heeft gekenmerkt. Alle andere inheemse levensbeschouwingen hebben zijn invloed ondergaan. Hiervoor wordt hij 'de Leermeester van tienduizend generaties' genoemd.
    Hedendaagse geleerden zien Confucius als 'de meest invloedrijke denker in de menselijke geschiedenis'. Zij achten zijn invloed op de cultuur van het Verre Oosten even groot als de gezamenlijke invloed van Socrates en Jezus op die van het Westen. 'Zijn leer, en de invulling daarvan door zijn navolgers, geven sinds tweeduizend jaar vorm aan de intellectuele en staatkundige tradities van China en heel Oost-Azië,' schrijft een van hen.
    Confucius was grensverleggend. Hij liet iedereen, 'zonder aanzien des persoons', toe tot zijn school. Hij onderwees niet alleen rekenen en schrijven, maar ook de sociale, artistieke en sportieve bekwaamheden die in zijn tijd eigenlijk nog het domein van de aristocratie waren: boogschieten, paarden mennen, muziek en vooral de hofetiquette. Daardoor wilde hij zijn pupillen tot 'jonge edellieden (junzi) maken, maar niet in die zin dat zij behoorden tot de feodale aristocratie. Hij eerde niet de adel van het bloed, maar de adel van het gemoed. Zijn leerlingen moesten een elite van nuttige en dienstbare mensen voor de samenleving worden. Junzi kreeg hierdoor de betekenis van 'hoogstaand mens'.
(Citaat blz. 13)

Wordt vervolgd

Lieflijk landschap


















Land van grillige eiken en boerse, 
enigszins verweerde mensen.
Maar het gras is uitbundig groen

in deze regenachtige lente,

en bestippeld met de kleuren
– geel, rood, wit, paars, roze –
van wiegende veldbloemen.

De heuvels rollen en tonen vergezichten
over bossen, weiden, akkers, rode daken
en kerktorens. Of juist een blik in een besloten
dal met een beek, die rondbochtig door zand
en kalk meandert, langs verzadigde oevers
vol struiken en bomen met hier en daar
een drinkplaats voor de koeien.

Op een stenig pad ligt het halve lichaam
van een reeënjong – kopje en voorpoten.
Een schone wond toont de scherpte van het mes
dat het lijfje spleet. Waar is de andere helft?
Waarschijnlijk lag het diertje tussen hoog gras in een veld,
tevergeefs schuilend voor de boer en zijn maaier.
Wie beslist over leven en dood?

(Over het landschap rond Prissac, Frankrijk)