kust

kust

Into the mild

Oostvaardersplassen, 21-04-2014
Afgelopen april was ik vijf dagen op micro–avontuur. Ik fietste van ons huis in Hilversum door de Flevo– en Noordoostpolder naar Lemmer, het Gaasterland in, vandaar met een lus naar Darp in Drenthe en via Zwolle en de Veluwe weer terug naar huis. Op de natuurcampings waar ik sliep was ik steevast de enige kampeerder. Tijdens mijn tocht herlas ik het boek Into the wild.

Over Christopher Johnson McCandless ( 12-02-1968 ­– 18-08-1992) is veel geschreven. Natuurlijk het bovengenoemde boek van Jon Krakauer, dat succesvol is verfilmd door Sean Penn, maar daarnaast ook artikelen en ingezonden stukken. Veel mensen hadden een mening over de jongvolwassen McCandless die zijn ID weggooide, zijn geld verbrandde, zichzelf Alex Supertramp noemde en door de VS trok. Zijn queeste eindigde in een afgedankte stadsbus in Alaska waar hij stierf, waarschijnlijk aan de gevolgen van het eten van een schimmel die zich had vastgezet op de eetbare zaden die hij had verzameld. Ruim 100 dagen wist hij te overleven in een bar landschap waar haast niets groeit en weinig wild leeft. Weinigen zullen en kunnen hem dat nadoen.

Wat hij deed was volgens mij niet roekeloos. Hij had zich lang, maar misschien niet voldoende, voorbereid op zijn verblijf. Zonder gevaar was zijn tocht niet, maar dat was die van de Ierse monniken die in de eerste eeuwen n. Chr. in hun curraghs – een met ossenhuiden overtrokken kano–achtige boot – de Atlantische Oceaan opvoeren ook niet. De reis van Chris McCandless was volgens mij net als die van de monniken een pelgrimstocht naar zuiverheid, waarheid, God. Deze tochten naar waarachtigheid zijn van alle tijden en alle culturen.

De bossen van Bant, 21-04-2015
Veel mensen lopen of fietsen deze tochten op de gebaande paden naar een bestaand heiligdom om vervolgens weer naar de bescherming van het eigen huis terug te keren. McCandless was radicaler. Hij wilde niet leven zoals de meeste mensen om hem heen leefden, dat vond hij een leeg, materialistisch bestaan. Hij nam daarom  (net als monniken die intreden) een nieuwe identiteit aan, brak  (net als de Boeddha en Jezus) met zijn ongewenste, oude manier van leven en koos zijn eigen pad, waarvan hij niet wist waar en hoe het zou eindigen. Het pad van de krijger–mysticus. In de ogen van sommigen is dat dom, in de ogen van anderen moedig en een waarachtige manier van leven.

Chris McCandless/Alex Supertramp liet een afscheidsbriefje achter. Als ik dat lees, is mijn eerste gedachte dat zijn tocht volbracht is en dat hij daar, alleen in de wildernis van Alaska, een vredig einde heeft gekend: ‘I have had a happy life and thank the Lord. Goodbye and may God bless all.’ 
Tijdens het herlezen van dit boek, liggend in mijn tentje in de bossen van Bant en denkend aan de komende dag waarop ik de winderige vlakten van het Gaasterland zal moeten trotsteren, doopte ik mijn eigen micro–avontuur Into the mild.

De vlakten van het Gaasterland, 22-04-2015
Chris McCandless is me lief, realiseerde ik me weer. Ik ken hem zo goed uit mijn jongere jaren, waarin ik ook alles wat ik had wegdeed en met mijn rugzak rondtrok met de wens en het verlangen door te dringen tot de diepste werkelijkheid van het bestaan en mijn eigen ware natuur. Ik gun zo’n tocht niemand en ik gun hem iedereen – en velen maken hem ook op hun eigen manier. Maar ik besefte ook dat ik afscheid heb genomen van Chris McCandless, hoewel ik het trekkende verlangen en de schrijnende zoetheid van de gedachte aan zo’n schijnbaar vrij leven nog altijd kan voelen. Maar de diepste vrijheid, zo weet ik inmiddels, is niet plek gebonden. De mogelijkheid tot bevrijding is in ieder moment aanwezig, hier aan de eettafel, in de bossen van Bant, op de vlakten van het Gaasterland en in de wildernis van Alaska. Eraan gehoorgeven vraagt om ontvankelijkheid, waar je ook bent en vervolgens ook om standvastigheid, ongedeelde aandacht en onderscheidingsvermogen. Want, om met de woorden van Neil Young te spreken: if you follow all your dreams, you might get lost.