kust

kust

God is Niets



God als kinderdroom
bestaat niet.
Als luchtkasteel van hoop,
van verlangen naar niet-dit,
bestaat niet.
Dit is alles.
Buiten dit is niets,
maar dit is altijd.
De schoonheid van dit,
ligt in dit verborgen,
voor iedereen te zien.
Dit is nu. Altijd nu.
Buiten dit is niets.

God is Niets.
Geen beeld, idee, gedachte.
Geen woord dat iets onthuld
van waar het naar verwijst
(en waarvan wij niets weten).
Een ruimte die niet een zee is,
een hemel of woestijn.
Dat niet.
God is Niets.

Niets dat zich met Alles laat vullen.
Alles vult het Niets dat zelf nooit vol raakt.
Alles is het huis met muren, deuren, ramen, dak.
Alles dat volkomen zinloos is zonder de ruimte in het huis.
Alles heeft een functie, Niets maakt functie mogelijk.
Zonder Niets geen Alles.
Zonder Alles ook geen Niets.

Alles heeft vorm, verandert, verbrokkelt in iets anders.
Alles is werkzame kracht van aantrekken en afstoten,
van vermengen en afscheiden: één dynamisch schouwspel.
Dragende vruchtbaarheid en bevruchtend.
Alles is de dynamiek van Niets,
Niets de ruimte en dunste blauwdruk van de vorm.

Alles én Niets zijn twee in ÉÉN:
wie begeert ziet Alles,
wie weet ziet Niets.
Wie zich richt op Alles,
bouwt huizen, muren, deuren, ramen, daken.
Wie zich richt op Niets,
leeft in onbegrensde ruimte.