kust

kust

Een wankele godzoeker


Arie Visser, fotograaf onbekend
Het is niet heel vreemd wanneer u nog nooit van Arie Visser heeft gehoord. Het werk van deze in 1997 overleden dichter, prozaschrijver en essayist kreeg weinig aandacht. Zijn Verzameld werk verscheen postuum in 2007, is inmiddels verramsjt en uit nagenoeg alle schappen verdwenen. Niet terecht in mijn ogen.








Er zijn boeken die bij het eerste bekijken, doorbladeren en ruiken direct doen vermoeden dat ook de inhoud goed moet zijn. Verzameld werk van Arie Visser is zo’n boek – of beter: dit zijn drie van dit soort boeken. Niet dat de teksten altijd blijmakend zijn, dat was het leven van Arie Visser ook niet. Zijn schrijven – met name zijn gedichten – is een verslag van zijn psychische ervaringen, vloeide direct voort uit zijn leven en gaf hier zin aan. Mooi, helder en scherp zijn de teksten van Arie Visser echter (bijna) altijd. In de voetsporen van de wankele godzoeker.

‘Een bewogen leven’ lijkt nog een eufemisme waar het Arie Visser (1944-1997) betreft. Zo’n tien jaar lang was hij junk en zwierf hij met zijn plastic tasje door de straten en stegen van Amsterdam. Hier een geeltje bietsend om daar drugs te scoren. Onderwijl schreef hij gedichten. Mooie, puntige gedichten, die naar de vorm verwant zijn aan de Japanse tanka- en haiku- traditie. Deze gedichten gaf hij vaak aan kennissen en vrienden in ruil voor het geld dat zij hem toeschoven.
In 1984 ontmoet hij via een bekende een Marokkaanse, met wie hij tijdens hun eerste gesprek besluit te trouwen. Schijnhuwelijk? Sommigen menen van wel, helemaal als Chadia – zo heet de vrouw – op de trouwdag en in haar trouwjurk door de Vreemdelingenpolitie wordt opgepakt omdat ze geen verblijfsvergunning heeft. Maar Arie Visser is helemaal verliefd op haar. Hij spant een kort geding aan tegen de Staat. Hij wint en de twee kunnen als nog trouwen. Arie bekeert zich tot de islam en ze krijgen samen een kind. Altijd is er geld tekort, mede ook omdat Arie Visser en zijn vrouw, haar familie in Marokko financieel ondersteunen. Regelmatig gaat Visser naar Marokko om daar in rust te kunnen schrijven. Hij voelt zich er helemaal thuis en verdiept zich in de mystieke traditie van de islam.

Spirituele zwerftocht
Mystiek heeft – naast drugs – altijd een grote rol gespeeld in het leven van Arie Visser. Hij was goed thuis in zowel de oosterse als westerse mystiek en dit is terug te zien in zowel zijn poëzie als proza. Hij heeft altijd een groot verlangen gekend naar God, eenheid, de grond van het bestaan. In de biografische schets in het documentair deel van dit drieluik, citeert Wim Sanders de dichter (blz. 32):
‘Alle angst is uiteindelijk doodsangst. Als angst een gebrek aan kennis is en dus beheersbaar door kennis, valt doodgaan dan te leren? Dat is de vraag waarop ik antwoord zoek. Is deze kennis, zo hij er is, overdraagbaar? […] De cultuur waarin ik leef geeft me geen fatsoenlijk antwoord. Desondanks wil ik het toch weten. Dus zoek je buiten de deur.’ Dan vervolgt Sanders: ‘Deze spirituele zwerftocht voerde hem eerst langs de oosterse godsdiensten, bovenal het zenboeddhisme, maar hij ontdekte in alle religies gelijksoortige, mystieke elementen. “De pluspunten zijn de geestelijke rust die ik heb gevonden, met name door de studie van de Koran en de tradities, gezien door de bril van de gigantische soefitraditie. […] ik ben tot één conclusie gekomen. Afgezien van de culturele kleur zie ik geen enkel verschil met zen, of die nou Japans of Chinees is, als je een beetje van de verf afkrabt, kom je hetzelfde hout eronder tegen.”’
Verzameld werk, Arie Visser

Zien met het hart
Dit Verzameld werk is zorgvuldig samengesteld door Oek de Jong, Guus  Luijters en Wim Sanders. De delen Poëzie en Proza bevatten veel niet eerder gebundeld werk. Het derde deel Documentatie – wat werkelijk een aanvulling is op het werk van Arie Visser zelf - gaat over het leven van de dichter/schrijver en bevat een biografische schets, een essay over zijn werk, interviews, herinneringen, brieven en foto’s.
Het is heel goed mogelijk dat het schrijven Arie Visser gedurende zijn turbulente bestaan op de been gehouden heeft en hem reden gaf voor zijn bestaan. Hoe dan ook; hij heeft de wereld een klein oeuvre nagelaten dat opvalt door pareltjes van eenvoudige helderheid, bijvoorbeeld:

Man met gitaar

zonlicht speelde door zijn haren
op speurtocht naar de juiste toon

het oude liedje vond de snaren

wat is het leven bitterschoon

En:

Vuur

een niet erg uitgekookte figuur
was met een lantaarn op zoek naar vuur

had hij iets van vuur geweten
dan had hij nu iets warms te eten
(Naar Ekai)

Dezelfde scherpte valt op in zijn essays – van een artikel over Charlie Parker, tot ‘Boeddhisme voor beginners’ en van ‘De bezielde retoriek van Ida Gerhardt’ tot zijn laatste, op zijn sterfbed afgeschreven ‘Zien met het hart’. Actueel zijn de artikelen die hij schreef over de positie van Marokkanen binnen onze samenleving. Hij voorzag problemen lang voordat ze in de politieke actualiteit kwamen.
Arie Visser: een begenadigd schrijver, heldere denker en wankele godzoeker, die toen hij hoorde dat hij ongeneeslijk ziek was de rust vond waar hij zijn hele leven naar had gezocht. Arie Visser stierf op 20 januari 1997 aan de gevolgen van lymfklierkanker.
Hopelijk krijgt zijn werk ooit de aandacht die het verdient.

Verzameld werk
Arie Visser
Uitgeverij Prometheus
540 pagina’s, paperback, drie delen in cassette
59,95
ISBN 90 446 0957 2

Voorbij God

‘Het diepste gebed is de ervaring van eenheid met ons ware wezen’
Willigis Jäger









Mensen als de benedictijn en zenleraar Willigis Jäger doen de grondvesten van het instituut waaraan ze zich verbonden hebben op hun grondvesten trillen. Niet om het ten val te brengen, maar om verandering mogelijk te maken, om bij de directe ervaring en bij de tijd te blijven.


In zijn onlangs verschenen boekje Voorbij God antwoordt Willigis Jäger (1925) op de vraag wat God voor hem betekent: ‘God is de naam van een werkelijkheid die het niveau van onze persoonlijke kennis overstijgt. Een werkelijkheid die zich uitdrukt als dat wat ik ben. Daarom vier ik mijn leven als uitdrukking van deze goddelijke oergrond.’

In Willigis Jäger komen de benedictijn en zenleraar samen. Hij voegt verschillende ‘talen’ samen, maar maakt er geen ondoorzichtige soep van, doordat hij in beide tradities helemaal thuis is. In 1946 treed Jäger in als novice bij de benedictijner abdij Münsterschwarzach te Schwarzach am Main en hij wordt in 1952 tot priester gewijd. In de jaren 1960 bezoekt hij Japan, waar hij voor het eerst in aanraking komt met zen. Hij volgt er jarenlang een intensieve scholing onder leiding van zenmeester Yamada Ko-Un Roshi. Van diens opvolger Kubota Roshi ontvangt hij in 1996 de bevestiging als zenmeester en 87ste opvolger van Shakyamuni Boeddha. Daarvoor al, in 1983, stichtte hij zijn eerste zen- en contemplatiecentrum, het Haus St. Benedikt. 20 jaar later wordt hij directeur van het ‘transconfessionele vormingsinstituut’ Benediktushof, op een benedictijner landgoed in Holzkirchen, waarvan hij de leiding in 2007 overdraagt. In datzelfde jaar richt hij de West-Östliche Weisheit – Willigis-Jäger-Stiftung op, eveneens gevestigd in de Benediktushof. Tot op hoge leeftijd blijft hij een bezig man.



Opnieuw geboren

Jäger ziet de rooms-katholieke kerk en alle religies als belangrijke en noodzakelijke verworvenheden, maar vindt ook dat ze zich niet of nauwelijks inspannen om hun starheid te overwinnen. Hierdoor kunnen ze geen antwoord bieden op de geheel nieuwe manier waarop oude geloofsvragen opnieuw worden gesteld en blijven ze in gebreke in het onderricht van het mystieke gebed. Hij zegt dan ook: ‘de kosmische wereldbeschouwing van de 21e eeuw heeft behoefte aan een mondiale spiritualiteit.’

We hebben in zijn ogen antwoorden nodig die passen bij onze tijd. Die probeert Jäger in zijn boekje Voorbij God te geven aan de hand van onder meer enkele essentiële vragen als ‘Waar komen wij vandaan?’, ‘Wat is werkelijkheid?’ en ‘Wat is de zin van ons leven?’, om te eindigen met zijn eigen belijdenis. De antwoorden die hij geeft, zijn voor een belangrijk deel beïnvloed door de benedictijnse traditie, het zenboeddhisme, wat in wezen ook zijn eigen traditie is geworden, en de wetenschap – drie talen die in essentie hetzelfde willen duiden, meent hij.

Er is volgens Jäger geen plaats meer voor ‘een God die 2000 jaar geleden zijn zoon heeft gezonden om ons de weg te wijzen en over ons te oordelen. Ook deze opvatting over Jezus moet veranderen. Jezus wijst Nicodemus niet op een hiernamaals. Als hij tegen hem zegt “Je moet opnieuw geboren worden,” spoort hij hem aan te begrijpen wie hij hier en nu, in dit leven, werkelijk is. We moeten onze ik-beperking overwinnen. Ons wereld- en mensbeeld zijn zo radicaal veranderd dat ook het religieuze zelfbeeld een verandering moet ondergaan. Religies moeten ons een moderne, actuele duiding van ons leven geven. Dat is het doel van de mystiek en van zen.’



De werkelijke werkelijkheid

Zoals alle mystici in West en Oost maakt ook Willigis Jäger zich los van iedere godsvoorstelling. Mystici kennen de beeldloze, directe godservaring. Zij gaan voorbij aan God, of – in oosterse taal – doden de Boeddha als zij hem tegenkomen, vanuit het diepe besef dat het woord niet datgene is waarnaar het verwijst en dat de verleiding heel groot is om in het woord te ‘blijven hangen’ en dit tot een concept te maken. Alsof zo’n concept, zo’n voorstelling, beeld of gedachteconstructie die aan het menselijk denken ontsproten is, ook maar iets van het Ene dat onnoembaar en onkenbaar is, zou kunnen onthullen. Wie denkt dat hij God kent, is te vergelijken met de eend die meent dat zijn parkvijvertje de oneindige oceaan is.

‘Tradities als de christelijke mystiek, zen, yoga en het soefisme,’ vervolgt Jäger in zijn boekje, ‘wijzen erop dat er nooit een scheiding van subject en object, van een binnen en een buiten, heeft bestaan. De zoeker blijkt de gezochte. Er lijkt nauwelijks verschil te zijn tussen de “leegte” van zen, het “nada’ van Johannes van het Kruis en het “niets” van de schrijver van de Wolk van niet-weten. De ervaring die de mens op deze wegen kan opdoen, heeft betrekking op het huidige ogenblik en is niet iets abstract. Het is in de stap die we nu doen, in het geluid dat we op dit moment horen, in deze smaak op onze tong en in deze specifieke gedachte, dat zich de “werkelijke werkelijkheid” manifesteert.’


Belijdenis

Voorbij God noemt Willigis Jäger zijn ‘aller-aller-allerlaatste boek en daarin moet het belangrijkste wat ik te zeggen heb worden samengevat.’ Het is wat inhoud en omvang betreft inderdaad een compact boekje geworden. 16 korte hoofdstukjes, weinig omhaal van woorden, direct en to the point, hier en daar onderbroken door mooie, minimalistische schilderingen van Petra Wagner, die de geest eerder tot stilte dan tot interpretatie aanzetten.

Jäger gaat niet alleen voorbij aan de traditionele voorstellingen van religies, maar betrekt ook de nieuwste inzichten uit de wetenschap in zijn korte verhandelingen over bijvoorbeeld de zin van het leven, de taal van de christelijke mystiek, de ware aard van de werkelijkheid en de liefde. Hij sluit af met zijn eigen belijdenis, dat leest als een gedicht:

Het ENE is mijn ware natuur
en die van alle levende wezens.
HET is tijdeloos en onveranderlijk,
HET ontvouwt zich in de tijd.
HET openbaart zich in de vorm die ik ben (…)

Wie tot deze ervaring komt,
 ervaart zichzelf als eenheid, verbondenheid en liefde.
Deze liefde voert tot verbondenheid met alles en allen.
Zij openbaart zich als de zin van ons menszijn.
Zij brengt ons in contact met het alledaagse bestaan.
Zij doet ons het leven opnieuw begrijpen
en geeft betekenis aan ons korte bestaan
in dit tijdloos universum.



Voorbij God 
Willigis Jäger
Uitgeverij Asoka, 2016
€ 19,95


Voor meer informatie:
www.benediktushof-holzkirchen.de