kust

kust

Stof van de wereld

Gran Paradiso, juni/juli 2011

















Boven: de toppen van Gran Paradiso, Herbétet en Grivola.
Beneden: de wilde bergbeek die uitmondt in het dal.

Wind blaast het stof van mijn gezicht,
watergekletter verheldert mijn gehoor.

Een snelweg volgt de Dora Baltea
door het laaggelegen Aostadal
en overstemt de deining van het water,
dat bruin kleurt door onwetendheid.

Ik hou me bij mijn grote liefde
en laat de mensenwereld voor wat hij is.

- - - -

Als je maar ver genoeg reist, ben je vanzelf weer op weg naar huis.


5 Kouwen – voor Han Boering


Voor Han Boering (16-11-1943 – 10-06-2015),
vriend en groot I Tjing–kenner

Vijf blauwzwarte kouwen;
een ongelijke lijn op groen gras,
als noten op papier.
Een herfstmelodie.
                                                                           Alkmaar, 4/12/’04


Foto: Hapé Smeele

Ahrdal – dagboek (IV & slot)


7 dagen lopen door het Duitse Ahrdal. 
Van Blankenheim, waar de rivier de Ahr ontspringt, tot Sinzig, waar hij in de Rijn uitmondt. 

Sinzig: zonnecollectoren met een missie














 03-06-2015
Een dagje Bonn. De voormalige hoofdstad van West–Duitsland komt op me over als een redelijk progressieve studentenstad. In ieder geval heeft het de prachtige boekwinkel Thalia im Metropol in het centrum, gevestigd in een voormalige bioscoop. Enkele rijen stoeltjes zijn gebleven, zodat bezoekers de boeken rustig zittend kunnen inkijken. En natuurlijk de Rijn. Steden aan/met een rivier hebben voor mij altijd iets extra’s. Ruimte en vergezichten en de geur van water.
Wat me ook opvalt in Bonn zijn de vele groepjes bier/alcohol drinkende mannen (en een enkele vrouw) overal in de binnenstad. En bedelaars. Niet iedereen heeft deel aan het Goede Duitse Leven.

In de boekwinkel koop ik het meest recente boek van de beroemde ex-bergbeklimmer en avonturier Reinhold Messner, 70 jaar inmiddels. Zijn moedigste boek, volgens de achterflap. Ik ben benieuwd. Het motto van Messner komt uit een van mijn favoriete boeken, de Zhuangzi

‘Alle mensen kennen het nut van het nuttige:
Niemand begrijpt het nut van het nutteloze.’

Morgen met de trein naar huis.

Ahrdal – dagboek (III)


7 dagen lopen door het Duitse Ahrdal. 
Van Blankenheim, waar de rivier de Ahr ontspringt, tot Sinzig, waar hij in de Rijn uitmondt.
De spiegelzaal in Altenahr is meestal leeg, mei/juni 2015














01-06-2015
3e nacht op Campingplatz Altenahr. Rechts naast mij staat een jonge vrouw alleen. Klein koepeltentje op gepaste afstand, zo’n 10 meter. Ze kwam dezelfde dag aan als ik. We praten niet. Als ik ‘hallo’ zeg glimlacht ze, half wegkijkend. Ze is schuw als de vogels. Ze heeft een licht slepend hupje met – als ik mij goed herinner – het rechterbeen. Ik stel me haar leven voor – allemaal verbeelding.
Vanavond had ze veldbloemen geplukt. Ze gaat in haar tentopening zitten en schikt ze in een flesje dat ze bij haar tent zet. Als ik naar de wasruimte loop, zeg ik ‘Schön’. 
‘Wirklich schön,’ zegt ze. Ze heeft een frisse, opgewekte stem.

02-06-2015
Op camping Goldene Meile bij het plaatsje Remagen, waar tijdens WO II nog een brug over de Rijn ging waardoor de geallieerde invasie spoediger verliep. Nu is de brug weg, in de pijlers is een vredesmuseum gevestigd. Prachtig om aan de brede Rijn met zijn heuvelachtige oevers te staan. Als je een tijdje aan het water zit, zie je letterlijk hoe de economische stromen lopen. 
De Rijn bij Remagen, mei/juni 2015

Goederentreinen rijden op linker– en rechteroever in beide richtingen af en aan – net als de passagierstreinen overigens. Eveneens aan beide kanten twee wegen met veel vrachtverkeer van noord naar zuid en omgekeerd. En daartussen, over het water, een voortdurende stroom rijnaken met allerlei inhoud richting Zwitserland en Nederland.
O ja, s’nachts lijkt het aantal goederentreinen nog toe te nemen. Ze zijn lang en maken een oorverdovend lawaai. De twee aangeschoten, quasi ruziënde mannen in twee wankel opgezette tentjes tegenover mij worden erdoor overstemd. Remagen: kamperen voor wie niet tegen stilte kan.

Hoe lichtmakend is de uitspraak van Ryokan:

‘Die dunne wolken die de bergtop verhullen,
zullen we die wegvegen en zo het licht onthullen?
Wat denk je ervan, vriend?’*


Wordt vervolgd.

*Between the floating mist – poems of Ryokan, translated by Dennis Maloney & Hide Oshiro, White Pine Press, Buffalo, New York, 2009, blz. 69. Vertalingen ©RonaldHermsen.
Voor meer over de dichter/kluizenaar/zenmonnik Ryokan, zie de artikelen over hem elders op dit blog.

Ahrdal – dagboek (II)


7 dagen lopen door het Duitse Ahrdal. 
Van Blankenheim, waar de rivier de Ahr ontspringt, tot Sinzig, waar hij in de Rijn uitmondt. 

Rivier de Ahr bij Altenahr, mei/juni 2015














29-05-2015
Een druildag. Ik heb 2 etappes in 1 dag gelopen en kan geen goede plek voor mijn tent vinden. 
In een Gasthof is een 1–persoonskamer + ontbijt beschikbaar voor €25,-. Verkocht. 
Eerder, lopend door de miezerige regen, was dit mijn stemming:

Over lange, brede paden door diepe bossen –
ik voel het schrijnen van eenzaamheid,
de hunkering naar thuis, naar mijn vrouw en dochters.
Ik, die zegt altijd te willen zwerven over lange paden en door diepe bossen.

Later, in Between the floating mist – poems of Ryokan* lees ik:

Om de dharma te vinden,
zwerf oost en west,
kom en ga
en geef jezelf over aan de wind.

Een mooie beschrijving van wat ik eerder de ‘vrije geest’ noemde.

Een paar minuten later lees ik een ander gedicht van Ryokan:

Als iemand vraagt
hoe ik als kluizenaar leef,
zou ik zeggen:
het maakt me niet uit
of het regent of waait.

Treinstation Ahrweiler, mei/juni 2015
En, tot slot, een gedicht over 
– hoe passend – thuis:

Op reis
slaap ik iedere nacht
op een andere plek
maar mijn droom is altijd dezelfde,
ik droom over thuis.



Wordt vervolgd.



*Between the floating mist – poems of Ryokan, translated by Dennis Maloney & Hide Oshiro, White Pine Press, Buffalo, New York, 2009, resp. blz. 45, 48, 51. Vertalingen ©RonaldHermsen.
Voor meer over de dichter/kluizenaar/zenmonnik Ryokan, zie de artikelen over hem elders op dit blog.

Ahrdal – dagboek (I)

7 dagen lopen door het Duitse Ahrdal. 
Van Blankenheim, waar de rivier de Ahr ontspringt, tot Sinzig, waar hij in de Rijn uitmondt.

Sierscheid, Ahrtal, mei/juni 2015













28–05–2015
Ik slaap op een grasveld aan de Freilinger See. Niemand in de buurt.

Dat ‘zwerven’ van mij is natuurlijk ook een metafoor voor een manier van innerlijk leven. Voor leven–met–een–vrije–geest, met een geest die niet vasthaakt en verstrikt raakt.
De vrije geest waait. Hij respondeert zonder hang–ups. Is dus vrij van conditionering. Responderen is vrij van denkconstructies, maar rechtstreeks. Intuïtief – in de betekenis van: ‘onmiddellijk als bij ingeving verkregen inzicht in het wezen der dingen’. Responderen kent geen wikken en wegen van belangen omdat het voorbij gaat aan onderscheidend denken. In stilte dient een responderend antwoord zich aan, fris en nieuw.

Enkele dagen geleden voelde ik mij de gevangene van mijn geconditioneerde begeerte. Op zulke momenten raak ik ervan overtuigd dat ik iets nodig heb om gelukkig te worden. Ik overtuig mezelf hiervan, probeer dit in ieder geval. Ik beargumenteer waarom ik dit nodig heb. Hierdoor raak ik al in de knoop, omdat ik dondersgoed weet dat ik het praktisch gezien niet nodig heb. Toch raak ik steeds overtuigder van het tegendeel. Dit komt omdat ik mijn begeerte voed. Ik zoek op internet, vergelijk prijzen, zoek innerlijk naar argumenten (die altijd voorhanden zijn). De blik wordt steeds nauwer, op een gegeven moment is wel of niet kopen niet meer de vraag, maar: waar vind ik de laagste prijs? Tot ik bij een ‘koopje’ uitkom dat de aanschaf helemaal lijkt te rechtvaardigen.

De aankoop houdt een schijnbare belofte in. De belofte van geluk. Al deze tijd weet ik dat ik mezelf iets aanpraat, maar de begeerte naar vervulling van de belofte is sterk(er). De begeerte trekt en trekt. Het roert zich in de borst. Dat houdt pas op bij aanschaf. Dus… doen dan maar? Of toch niet, want…

De gevangene van mijn begeerte. Dit is voelbaar, iets onder het borstbeen. Daar bevindt zich de aanjager, een werveling van gierende energie. Als ik toegeef aan de verleiding tot aanschaf lost zij op, voor even. Want een volgende begeerte steekt altijd weer de kop op.
De enige oplossing die ik ken is vanuit rust met ongedeelde aandacht naar de werveling gaan. Dan blijkt dat wat niet uit te houden lijkt, heel goed uit te houden is omdat het niet allesbepalend en allesvullend is. Het gieren kan zelfs stoppen. De begeerte blijkt altijd voort te komen uit mijn eigen voorstellingsvermogen en niets te maken te hebben met vervulling en geluk.
In onbruik geraakte kousenautomaat, Altenahr, mei/juni 2015


Waarom doet een mens, doe ik,  dit toch steeds? We zijn volgens mij allemaal op zoek naar geluk. En we denken dat er aan bepaalde voorwaarden voldaan moet worden voordat we gelukkig kunnen zijn. Dus proberen we aan die voorwaarden – die voor iedereen weer anders zijn, maar het onderliggende principe is hetzelfde – te voldoen in de verwachting/hoop dat… Terwijl waarachtig geluk nu al aanwezig is, in de stilte van de ongedeelde aandacht, ongeacht de omstandigheden en onze persoonlijke gedachten over en verwachtingen van geluk. Geluk is eigenlijk heel gewoon. Het is er gewoon. En het geluk dat er ‘gewoon’ is, is niet het tegenovergestelde van ongeluk. Die vorm van geluk is de persoonlijke voorstelling van geluk, net zoals dit ongeluk de persoonlijke voorstelling van ongeluk is en niets te maken heeft met het lijden dat inherent is aan het leven (tegenspoed, ziekte, ouderdom, de dood).

Wordt vervolgd.