Thomas Mertons kijk op het kloosterleven
Informele lezing, Calcutta, oktober 1968
Informele lezing, Calcutta, oktober 1968
Laat ik beginnen met de
worsteling van tegenstrijdigheden waar ik mee leef terwijl ik hier in
vermomming – zo noem ik het zelf – voor u sta, want ik draag dit (een priesterboord) anders werkelijk
nooit. Normaal gesproken draag ik een spijkerbroek en een overhemd met open
boordje. Dit brengt me op de vraag die mensen heel vaak stellen: wie
vertegenwoordig je? Welke religie vertegenwoordig je? Een lastige vraag.
Thomas Merton |
Ik kwam hier met het idee om
iets over en tegen monniken van alle religies te zeggen, omdat ik immers een
monnik ben… Hoewel ik er misschien niet zo uit zie. Als ik tegen monniken
spreek, spreek ik eigenlijk tegen een vreemd soort mens, een marginale persoon,
want in de moderne wereld is een monnik niet langer een gevestigd persoon met
een eigen plek binnen de maatschappij. In de Verenigde Staten (Waar TM woont,
RH) beseffen we heel goed dat de monnik van tegenwoordig in wezen buiten iedere
gevestigde orde valt. Hij hoort eigenlijk nergens meer bij. Een monnik is een
marginaal persoon die zich bewust terugtrekt aan de rand van de maatschappij
met als doel de fundamentele, menselijke ervaring te verdiepen. Daarom spreek
ik, zelf één van die vreemdelingen, tot jullie als een vertegenwoordiger van
alle marginale mensen die zoiets bewust doen.
Ik zie mezelf dan ook als de vertegenwoordiger van de mogelijke hippies
en dichters onder jullie, van het soort mensen dat op allerlei verschillende
manieren op zoek is zonder enige maatschappelijke status. En ik vraag jullie om
deze kleine gunst: zie me niet als de vertegenwoordiger van een bepaald
instituut, maar als een statusloze, een onbeduidend persoon die je om een
aalmoes en je geduld vraagt, terwijl hij enkele dingen zegt die niets te maken
hebben met de lezing die hij had voorbereid. Mocht je die toch willen inzien,
dan kun je een kopie meenemen. Ik vind hem alleen niet heel goed, volgens mij
zijn er allerlei dingen die je beter kunt doen dan mijn lezing lezen.
Vertrouwen en twijfel
Zijn monniken, hippies en
dichters mensen van betekenis? Nee, we zijn bewust onbelangrijk. We zijn
vergroeid met een onbeduidendheid die ieder mens zou passen. De marginale mens aanvaardt
de basale onbeduidendheid van de menselijke conditie, een irrelevantie die
boven alles gestalte krijgt in de dood. De marginale mens, de monnik, de
ontheemde, de gevangene, al deze mensen leven in het aangezicht van de dood,
wat vervolgens weer de vraag naar de zin van het leven oproept. Hij worstelt
met het gegeven van de dood zelf en zoekt naar iets diepers dan de dood omdat
er iets diepers is. De roeping van de monnik, van de marginale, de meditatieve mens
of de dichter, is om nog in dit leven voorbij de dood te geraken, voorbij de
tweedeling van leven en dood om voor altijd getuige van het leven te zijn.
Dit vereist natuurlijk vertrouwen*. Maar zodra je ‘vertrouwen’ zegt
met betrekking tot het kloosterleven en een marginaal bestaan, loop je tegen
een volgend probleem op. Vertrouwen betekent twijfel. Vertrouwen is niet het
onderdrukken van twijfel. Het is twijfel overwinnen en je overwint twijfel door
er doorheen te gaan. Een man van vertrouwen die nooit twijfel heeft gekend, is
geen man van vertrouwen. En dus is de monnik iemand die in het diepst van zijn
wezen worstelt met twijfel, door de Grote Twijfel – zoals sommige religies het
noemen – heengaat en aan de andere kant van twijfel uitkomt in een diepe, diepe
zekerheid, die zo diep is omdat het niet zijn eigen zekerheid is maar de
zekerheid van God in ons. De enige uiteindelijke werkelijkheid is God. God
leeft en verblijft in ons. We worden niet gerechtvaardigd door ons eigen
handelen, maar geroepen door de stem van God, door de stem van het Uiteindelijke
Zijn dat de onbeduidendheid van ons leven doorsnijdt terwijl we aanvaarden en
toegeven dát ons leven volkomen onbeduidend is, zodat we betekenis vinden in
Hem. Deze betekenis in Hem is niet iets wat we kunnen bevatten of bezitten. Je
kunt het alleen maar als een geschenk ontvangen. Daarom is de manier van leven
die ik vertegenwoordig een leven van openheid voor het geschenk. Een geschenk
van God en een geschenk van anderen.
Trouw
Nu is het niet zo dat we de
wereld inkomen met het vermogen om anderen diep lief te hebben. Dit weten we
van onszelf. We beseffen dat ons vermogen tot liefhebben beperkt is. Het dient
aangevuld te worden met het vermogen om liefde toe te laten, de liefde van
anderen te aanvaarden, om te willen dat anderen je liefhebben en toe te geven
dat je eenzaam bent en met deze eenzaamheid te leven omdat wij nu eenmaal allemaal
eenzaam zijn. Dit is een ander fundament voor het soort ervaring waarover ik
spreek, een nieuwe aanpak, een andere benadering van de uiterlijke ervaringen
van de monnik. In de eenzaamheid en tijdens zijn meditatie zoekt de monnik naar
deze dimensie van leven.
Maar we moeten ook de waarde van het traditionele kloosterleven niet
vergeten. In het Westen is er van alles gaande binnen het kloosterwezen. Veel
zaken die tijdloos en waardevol zijn, worden achteloos overboord gegooid en
ingeruild voor oppervlakkige en protserige dingen. Ik weet niet hoe de situatie
in het Oosten is, maar als westers kloosterling sprekend tegen oosterse
monniken, zou ik willen zeggen dat jullie beter voorzichtig kunnen zijn. Het
lijkt erop dat jullie je binnenkort in een soortgelijke situatie zullen
bevinden en dan kan trouw aan de oude tradities van grote steun en waarde
blijken. Wees niet bang om hieraan trouw te blijven. En eigenlijk weet ik wel
dat ik jullie hier niet voor hoef te waarschuwen.
Achter alles wat ik hier
zeg, schuilt de gedachte dat betekenisvolle uitwisselingen op ervaringsgebied zeker
mogelijk en eenvoudig te realiseren zijn, misschien niet op institutioneel
niveau, maar zeker tussen mensen die zoeken. De basisvoorwaarde hiervoor is dat
we allemaal trouw blijven aan onze eigen zoektocht.
Verbondenheid
Ik sta hier dus met het kleine,
hoopvolle bericht dat er altijd mensen zullen zijn die de moed hebben om de
randen van de samenleving op te zoeken, die zich niet afhankelijk maken van
sociale acceptatie, sociale gewoonten en kiezen voor een vrij en blij maar
onzeker bestaan. Tussen deze mensen is communicatie op het diepste niveau
mogelijk zolang ze trouw blijven aan hun eigen roeping en hun eigen boodschap
van God.
Dit diepste niveau van communicatie is geen communicatie, maar verbondenheid.
Het is woordloos. Voorbij de woorden, voorbij spreken en voorbij concepten en
voorstellingen. We ontdekken dan geen nieuwe eenheid, maar een al bestaande.
Beste medebroeders, wij zijn al één. We denken alleen dat we dit niet zijn. We
moeten deze oorspronkelijke eenheid herontdekken. Wat we moeten worden is wat
we zijn.
* In de oorspronkelijke
versie staat hier het Engelse ‘faith’ wat je ook zou kunnen vertalen met
‘geloof’. Ik kies hier bewust voor ‘vertrouwen’, omdat dit in mijn ogen dieper
gaat dan ergens in geloven, bijvoorbeeld in een bepaald idee, een ideologie, filosofie,
religie of godsbeeld. Het is ook een minder gekleurd woord en ook daarom vind
ik het goed passen in deze lezing van Thomas Merton.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten