Ik leef heel eenvoudig
tussen de bomen en het gras.
Vraag me niet naar illusie of verlichting,
ik ben slechts een oude man, die glimlacht om zichzelf.
Ik doorwaad de bergbeken op mijn dunne beentjes,
en bij mooi weer trek ik er met mijn tas op uit.
Zo is mijn leven, maar de wereld is me niets verschuldigd.*
Afb. 1 Klik op afbeelding voor vergroting |
Ryokan! Zo prettig om als een dwaas te zijn,
dit maakt je Weg groots en onmetelijk.
Vrij en blij, de dingen mogen hun eigen gang gaan –
wie kan dat bevatten?
Daarom geef ik je mijn stok van wilde blauweregen.
Dat je de vredige rust van een middagdutje mag ervaren
als je hem ergens tegen een muur zet.***
Afb. 2 |
De gedichten van Ryokan zijn eenvoudig, geïnspireerd door de
natuur waarin, waarmee en waarvan hij leeft, en persoonlijk. Tegelijkertijd
overstijgen zij het persoonlijke vaak en kennen ze de weidsheid van het
berglandschap waarin Ryokan leeft en de helderheid van geest van iemand die de
aard van de werkelijkheid doorschouwt en zich niet langer laat bepalen door
gedachten, gevoelens en materiële zaken als armoede, kou, honger, eenzaamheid en
ouderdom. Maar hij kent al die genoemde ongemakken wel en hij kan hier ook behoorlijk
last van hebben. Dat beleef je als lezer mee. Niets menselijks is Ryokan vreemd.
Ryokan speelt liever een soort kaatsbal of ver-stoppertje met de
kinderen, dan dat hij met monniken over zen discussieert. Het is goed om zijn
leven als kluizenaar niet te romantiseren, want het was ook hard en zwaar,
zeker gedurende de lange winters. Maar Ryokan kende de vervulling die genoeg
heeft aan zichzelf en dit lees je terug in veel van zijn gedichten – ook al gaan ze over de lastige omstandigheden waarin hij leeft. Als ik zijn
gedichten lees, ervaar ik regelmatig een grote tevredenheid en voldoening, alsof ik
opgenomen wordt in de weidsheid die hij met woorden schept.
Zelfportret met kalligrafie van Ryokan |
*Uit: Between the floating mist – poems of Ryokan, translated by Dennis
Maloney & Hide Oshiro, White Pine Press,
blz. 21. Vertaling ©RonaldHermsen
** Frits Vos vertaalde het bij mijn weten enige Nederlandstalige boek met gedichten van Ryokan: Een nieuwe vijver – Gedichten van de excentrieke Zen-priester Ryōkan (1759-1831), Vertaald en toegelicht door Frits Vos, uitgeverij Meulenhoff, 1996.
***Uit: Great Fool – zen master Ryōkan, Poems, Letters and Other Writings, Translated with Essays by Ryūichi Abé and Peter Haskel, University of Hawai’i Press, 1996, blz 106. Vertaling ©RonaldHermsen
***Uit: Great Fool – zen master Ryōkan, Poems, Letters and Other Writings, Translated with Essays by Ryūichi Abé and Peter Haskel, University of Hawai’i Press, 1996, blz 106. Vertaling ©RonaldHermsen
Afb. 1 is gemaakt door Koshi no Sengai en te vinden in Dewdrops on a Lotus Leaf – Zen Poems of Ryōkan, Translated by John Stevens, Shambhala, 1996.
Afb. 2 komt van www.poetrychina.net en zou gezien de gelijkenis ook van Koshi no Sengai kunnen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten