kust

kust

Ontlediging III – Zhuang Zi (slot)

De maan boven Valle d'Aosta












Alleen op de berg Jingting
Li Bai (701-762)

De vogels zijn verdwenen aan de verre
horizon. Een eenzame wolk drijft doelloos weg.
Onvermoeibaar kijken de berg Jingting
en ik elkaar aan. Alleen de berg blijft over.*
  
Degene die zich van zichzelf ontledigt en de onbegrensdheid van de Volle Leegte gewaar is, kan vrij van belemmeringen in de wereld leven. Dit wil niet zeggen dat het hem altijd voor de wind zal gaan en dat hij gevrijwaard blijft van leed, ziektes en dood. Veel wijzen en mystici leefden in armoede en hadden ook (zeer) regelmatig te kampen met tegenslag en lichamelijke ongemakken. Maar doordat zij zich hier niet mee vereenzelvigen, blijft de grenzeloze ruimte, de Volle Leegte, aanwezig. Alles wat zich voordoet is dan, net als bij de ervaring die Krishnamurti in deel II verwoordt, onderdeel van de eenheid waarbinnen zij zich bevinden en waarvan zij een onlosmakelijk en niet af te zonderen onderdeel van uitmaken.

Wanneer je je in deze onbegrensde ruimte – Volle Leegte – weet te vestigen, ben je niet langer een speelbal van gedachten, gemoedstoestanden en gevoelens. Ze komen wel op, maar je beseft dat de neiging om je ermee te identificeren een mogelijkheid is en geen onontkoombaarheid. Je hecht je er niet aan en daardoor plak je er geen waardeoordeel op. Daarom blijft de werkelijkheid open en ongeconstrueerd als de ruimte, als Volle Leegte.

Iemand die zich in Volle Leegte heeft gevestigd wordt dus niet langer bepaald door de vormenwereld, niet door uiterlijke (ontslag, ziekte, enz.) en niet door innerlijke omstandigheden (gedachten, gemoedstoestanden, gevoelens). Hij is ‘heel stil en volkomen leeg’, in de woorden van Meister Eckhart uit deel I. Dit zorgt ervoor dat hij geen aanstoot neemt aan de dingen en het leven neemt zoals het komt. En evenzogoed nemen de mensen geen aanstoot aan hem. Er is immers geen ‘hem’. ‘Hem’ is iemand die zich identificeert met zijn gedachten, gemoedstoestanden en gevoelens, iemand die bepaalde ideeën over de dingen heeft, waarheden en een moraal. Maar degene die zich in Volle Leegte heeft gevestigd, is onbegrensd als de ruimte, meegaand als water en flexibel als bamboe.
Een anekdote uit de Zhuangzi illustreert dit op beeldende wijze:

Als iemand in een vierkante veerboot de rivier oversteekt en een lege boot botst tegen hem op, dan wordt hij niet boos, ook al is hij misschien wel een humeurig persoon. Maar als er iemand in die boot zit, dan gaat onze veerman schreeuwen dat hij afstand moet bewaren. En als de eerste schreeuw niet wordt gehoord, dan volgen er een tweede en een derde, en daarna, als er nog steeds geen gehoor wordt gegeven, volgen er lelijke woorden. Eerst werd hij niet kwaad, en nu wel: dat komt alleen omdat eerst de boot leeg was, en nu vol! Iemand die zichzelf kan leegmaken en zo in de wereld rondzwerven, wie zou die ooit kunnen deren?**
  
Zhuang Zi die droomt dat hij een vlinder is,
Zhuangzi, hfst. 2. VIII. Bron: www.seeraa.com
Het mes snijdt dus aan twee kanten: zo iemand wordt niet belemmerd door de fysieke beperkingen van het aardse bestaan en anderen worden niet belemmerd door zijn aanwezigheid. Wie zich van zichzelf ontledigt, schept ruimte, rust en vrede in zichzelf en daardoor in de wereld om hem heen.



* Uit Engels vertaald door ©RonaldHermsen
** Zhuang Zi, De innerlijke geschriften, vertaald door Kristofer Schipper, uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam, 1997, blz. 259


Geen opmerkingen:

Een reactie posten